Helpen was zijn leven.

Voor iedereen stond hij klaar.

Als ik de dingen niet meer weet.

Als ik de namen niet meer ken.

En wat ik weet meteen vergeet.

Zodat ik onherkenbaar ben.

Denk dan aan de weg door mij gegaan.

Zo heb ik het niet voor niets gedaan.

Op 14 juni krijgt Ons Va de eerste serieuze pijnstillers. Ons Moe gaat er verscheidene keren per dag naar toe en vraagt voor de nodige pijn-bestrijding.  De medicatie is al snel onvoldoende en op zondag krijgt hij een pijnpomp.   Op zaterdag eet Ons Va zijn 2 laatste hapjes yoghurt met fruit en, drinkt hij wat sap.  Zondag is de toestand erg verslechterd.  We kunnen hem nog enkel wat op een nat wattenstaafje laten zuigen.  Toen ik vroeg of dat deugd deed, zei hij heel schor “ja”. 

Ons Va is doodziek en toch weet hij dat we er zijn. Hij knijpt nog zacht in onze handen.  Ons Moe en ik  gaan die avond naar huis en bespreken wat we allemaal moeten doen als de gevreesde dag komt.

17 juni.  ’s Nacht’s komt er plots een telefoontje.  We rijden beide nog naar Ons Va.  Hij is er niet meer.  Onze troost: hij is nu zonder pijn.  Bij het naar huis rijden hebben we hem in ons hart mee naar huis genomen.  Hij is nu vrij…..